Dutch » German

Translations for „voorspraak“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

voor·spraak <voor|spraken> [vorsprak] N f

1. voorspraak (het voorspreken):

voorspraak
op voorspraak van zijn vader

2. voorspraak (persoon):

voorspraak

Usage examples with voorspraak

op voorspraak van zijn vader

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski