Dutch » German

Translations for „wegzenden“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

weg·zen·den <zond weg, h. weggezonden> [wɛxsɛndə(n)] VB trans

1. wegzenden:

wegzenden (ergens heen zenden)
wegzenden (ergens heen zenden)
wegzenden (ergens heen zenden)
wegzenden (verzenden ook)

2. wegzenden (wegsturen, afwijzen):

wegzenden
wegzenden

3. wegzenden (ontslaan):

wegzenden
wegzenden

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski