Dutch » German

Translations for „zachtheid“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

zacht·heid [zɑxthɛɪt] N f geen pl

1. zachtheid:

zachtheid (hoedanigheid)
zachtheid (klimaat, smaak)
Milde f
de zachtheid van een stem

2. zachtheid:

zachtheid (behandeling)
zachtheid (soepelheid)
met zachtheid te werk gaan
behandel de dieren met zachtheid

Usage examples with zachtheid

de zachtheid van een stem
behandel de dieren met zachtheid
met zachtheid te werk gaan

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski