Translations for „zuverlässige“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

moe·ras·sig [murɑsəx] ADJ

moerassig

sumpfig

moerassig

morastig

over·last [ovərlɑst] N m geen pl

overlast (hinder)

Belästigung f

overlast (extra moeite)

Umstände pl

iem overlast bezorgen

jdn belästigen

ver·la·gen <verlaagde, h. verlaagd> [vərlaɣə(n)] VB trans

1. verlagen:

verlagen (lager maken)

senken

verlagen (contributie, prijs ook)

ermäßigen

verlagen (prijs, kosten ook)

herabsetzen

verlagen (concreet)

niedriger machen

het grondwater verlagen

das Grundwasser absenken

iets in prijs verlagen

etw im Preis herabsetzen

iem in rang verlagen

jdn degradieren

de prijs met één procent tot één miljoen verlagen

den Preis um ein Prozent auf eine Million senken

2. verlagen (zedelijk laag doen staan):

verlagen

erniedrigen

zich tot iets verlagen

sich zu etw dat erniedrigen

over·langs [ovərlɑŋs] ADV

overlangs

der Länge nach

ver·la·ging <verlaging|en> [vərlaɣɪŋ] N f

een verlaging met [o. van ] één procent

eine Senkung um ein Prozent

een verlaging van de straf

eine Strafminderung

ver·lan·gen¹ <verlangen|s> [vərlɑŋə(n)] N nt

verlangen (wens)

Wunsch m

verlangen (eis)

Verlangen nt

verlangen (hunkering)

Sehnsucht f

op verlangen van de chef

auf Wunsch acc des Chefs

branden van verlangen

brennen vor Sehnsucht dat

iem vol verlangen verwachten

jdn sehnsüchtig erwarten

vol verlangen naar iets uitkijken [o. uitzien]

etw herbeisehnen