Translations for „HIV-Infizierte“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

in·fi·ˈzie·ren¹ [ɪnfiˈ͜tsiːrən] VB trans MED

infizieren

infecteren

infizieren

besmetten

des·in·fi·ˈzie·ren [dɛsʔɪnfiˈ͜tsiːrən, dezɪnfiˈ͜tsiːrən] VB trans

desinfizieren

desinfecteren

desinfizieren

ontsmetten

qua·li·fi·ˈziert [kvalifiˈ͜tsiːɐ̯t] ADJ

qualifiziert

gekwalificeerd

qualifiziert

bekwaam

qualifiziert

vakkundig

qualifizierte Arbeit

vakwerk

eine qualifizierte Mehrheit

een gekwalificeerde [o. echte] meerderheid

eine qualifizierte Straftat LAW

een gekwalificeerd delict

ko·di·fi·ˈzie·ren [kodifiˈ͜tsiːrən] VB trans

kodifizieren

codificeren

mu·mi·fi·ˈzie·ren [-fiˈ͜tsiːrən] VB trans a. MED

mumifizieren

mummificeren

no·ti·fi·ˈzie·ren [notifiˈ͜tsiːrən] VB trans (Diplomatie)

notifizieren

notificeren

notifizieren

in een diplomatieke nota meedelen

ve·ri·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VB trans liter

verifizieren

verifiëren

verifizieren

toetsen

mo·di·fi·ˈzie·ren [modifiˈ͜tsiːrən] VB trans liter

modifizieren

modificeren

modifizieren

wijzigen

ra·ti·fi·ˈzie·ren [-ˈ͜tsiːrən] VB trans

ratifizieren

ratificeren

ratifizieren

bekrachtigen