Translations for „alterspension“ in the German » Dutch Dictionary

Sus·pen·si·ˈon <Suspension, Suspensionen> [zʊspɛnˈzi̯oːn] N f

1. Suspension:

Suspension a. CHEM, a. MED

suspensie

Suspension a. CHEM, a. MED

schorsing

2. Suspension (Freistellung):

Suspension

vrijstelling

3. Suspension (Zurückstellung, Aussetzung):

Suspension

opschorting

ˈAl·ters·heim N nt

Altersheim

bejaardentehuis nt

Altersheim

bejaardencentrum

ˈal·ters·mä·ßig ADJ

1. altersmäßig:

altersmäßig

volgens leeftijdsgroepen [o. leeftijdsklassen]

2. altersmäßig:

altersmäßig

qua [o. naar] leeftijd [o. ouderdom]

ˈAl·ters·ren·te N f liter

Altersrente

ouderdomspensioen nt

Altersrente

AOW

ˈal·ters·be·dingt ADJ

altersbedingt

bepaald door [o. verbonden met] [o. eigen aan] de (hoge) leeftijd

eine altersbedingte Krankheit

een ouderdomsziekte

ˈAl·ters·ge·nos·se (-ge·nos·sin) N m (f)

Altersgenosse (-ge·nos·sin)

leeftijdgenoot(leeftijdgenote) m (f)

ˈAl·ters·py·ra·mi·de N f SOCIOL

Alterspyramide

leeftijdspiramide

ˈAl·ters·ver·sor·gung N f

Altersversorgung

ouderdomsvoorziening