Translations for „kollozierend“ in the German » Dutch Dictionary

kol·la·ˈbie·ren [kɔlaˈbiːrən] VB intr MED

kollabieren

collaberen

kollabieren

flauwvallen

kol·li·ˈdie·ren [kɔliˈdiːrən] VB intr

1. kollidieren (Zusammenstoß, zusammenstoßen):

kollidieren

botsen

kollidieren

in aanvaring [o. botsing] komen met

2. kollidieren fig liter (unvereinbar sein mit etw):

kollidieren

in strijd zijn

kollidieren

collideren

kollidierende Interessen

tegenstrijdige belangen

mit dem Gesetz kollidieren

in conflict komen met de wet

die beiden Vorlesungen kollidieren miteinander

de twee colleges vallen samen

ko·lo·ˈrie·ren [koloˈriːrən] VB trans

kolorieren

kleuren

kolorieren

coloreren

kol·la·bo·ˈrie·ren [kɔlaboˈriːrən] VB intr pej

kollaborieren

collaboreren