German » Dutch

Translations for „opgeheven“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Show summary of all matches

ˈlos·ge·hen: intransitive verb
ˈvor·ge·hen: intransitive verb
ˈVor·ge·hen: noun

You are viewing results spelled similarly: Vorgehen , vorgehen and losgehen

ˈlos·ge·hen VB intr irreg

1. losgehen (auf etw zugehen):

erop losgaan [o. afstormen]

er geht direkt auf sein Ziel los

hij gaat recht op zijn doel af

2. losgehen inf (starten):

(weg)gaan

3. losgehen inf (beginnen):

auf los geht's los!

direct begint het!

auf los geht's los!

ga maar vast in de startblokken staan!

kann es losgehen?

kunnen we beginnen?

4. losgehen inf (sich lösen):

5. losgehen inf:

losgehen (Schuss)

gelost [o. afgevuurd] worden

losgehen (Sprengsatz)

losgehen (Sprengsatz)

ˈvor·ge·hen VB intr irreg

1. vorgehen (zu schnell gehen):

die Uhr geht vor

de klok [o. het horloge] loopt voor

2. vorgehen (vorausgehen):

naar voren gaan

vorgehen MIL

3. vorgehen (Schritte ergreifen):

gerichtlich gegen jdn vorgehen

iem gerechtelijk vervolgen

methodisch/systematisch vorgehen

methodisch/systematisch te werk gaan

4. vorgehen (Priorität haben):

voorrang hebben

5. vorgehen (sich abspielen):

irgendetw geht hier vor

hier klopt iets niet

irgendetw geht hier vor

hier is iets niet in de haak [o. niet pluis]

ˈVor·ge·hen <Vorgehens> N nt kein pl

Browse the dictionary

German

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski