Translations for „schrijfster“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈschrift·stel·lern [-lɐn] VB intr

schriftstellern

als schrijver [o. auteur] werkzaam zijn

schriftstellern

(boeken) schrijven

ˈSchrift·stel·ler(in) <Schriftstellers, Schriftsteller> [ˈʃrɪftʃtɛlɐ] N m(f)

Schriftsteller(in)

schrijver(schrijfster) m (f)

Schriftsteller(in)

auteur m

schrickt [ʃrɪkt] VB

schrickt 3. pers sing präs von schrecken¹, schrecken², schrecken³

See also schrecken , schrecken , schrecken

ˈschre·cken³ [ˈʃrɛkn̩] VB trans

1. schrecken (aufschrecken):

schrecken

opschrikken

schrecken

doen opspringen

2. schrecken liter (ängstigen):

schrecken

verschrikken

schrecken

bang maken

3. schrecken FOOD:

schrecken

schrikken

ˈschre·cken² [ˈʃrɛkn̩] VB intr

1. schrecken liter (zurückschrecken):

schrecken

terugschrikken

schrecken

terugdeinzen

2. schrecken HUNT (Hirsch, Reh):

schrecken

schreeuwen

ˈschre·cken¹ <schreckt[o. schrickt], schreckte[o. schrak], geschreckt> [ˈʃrɛkn̩] VB intr

schrecken

(op)schrikken

ˈSchrift·art N f TYPO

Schriftart

lettertype nt

Schriftart

lettersoort

ˈSchrift·tum <Schrifttums> [ˈʃrɪfttuːm] N nt kein pl

Schrifttum

literatuur

Schrifttum

geschriften

ˈSchrift·lei·ter N m

Schriftleiter

redacteur

ˈschrift·stel·le·risch [ˈʃrɪftʃtɛlərɪʃ] ADJ

schriftstellerisch

schrijvers-

schriftstellerisch

als schrijver

schriftstellerisch

literair

schriftstellerisch

letterkundig

Schrift·stel·le·ˈrei <Schriftstellerei> [-ləˈr͜ai ] N f kein pl

Schriftstellerei

het schrijven

Schriftstellerei

schrijverschap

ˈSchrift·stück N nt

Schriftstück

geschrift nt

Schriftstück

stuk nt

Schriftstück

akte

Schriftstück

papier nt