Dutch » German

Translations for „geboren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ge·bo·ren [ɣəborə(n)] ADJ

2. geboren (al bij, door geboorte zijnde):

geboren
een geboren Nederlander
een geboren verteller
geboren zijn voor iets

3. geboren (ontstaan):

geboren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski