Dutch » German

Translations for „onderhoud“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

on·der·houd [ɔndərhɑut] N nt geen pl

1. onderhoud (verzorging, voeding):

onderhoud
onderhoud
het onderhoud van de troepen

2. onderhoud:

onderhoud (het in goede staat houden)
onderhoud (machine)
onderhoud (tuin)
Pflege f
het onderhoud van de computer
in goede staat van onderhoud

3. onderhoud (kost):

onderhoud
in zijn onderhoud voorzien
het recht op onderhoud

4. onderhoud (gesprek):

onderhoud
onderhoud
Unterredung f form

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski