Translations for „querulante“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

erf·tan·te <erftante|s> [ɛrəftɑntə] N f hum

erftante

Erbtante f

ver·wan·te <verwante|n> [vərwɑntə] N f

verwante feminine form of verwant¹

See also verwant , verwant

ver·want² [vərwɑnt] ADJ

verwant

verwandt

zij zijn niet aan elkaar verwant

sie sind nicht miteinander verwandt

zijn stijl is verwant aan die van Dali

sein Stil ist dem Dalis verwandt

nauw verwant zijn

nahe verwandt sein

in de verte verwant

entfernt verwandt

ver·want¹ <verwant|en> [vərwɑnt] N m

verwant

Verwandte(r) m

verwant (naaste bloedverwant)

Angehörige(r) m

onze naaste verwanten

unsere nächsten Verwandten

de·bu·tan·te <debutante|s, debutante|n> [debytɑntə] N f

debutante feminine form of debutant

See also debutant

de·bu·tant <debutant|en> [debytɑnt] N m

debutant

Debütant m

spe·cu·lant <speculant|en> [spekylɑnt] N m

speculant

Spekulant m

gou·ver·nan·te <gouvernante|s> [ɣuvərnɑntə] N f

gouvernante

Gouvernante f

sui·ker·tan·te <suikertante|s> [sœykərtɑntə] N f

suikertante

≈ Erbtante f

ge·daan·te <gedaante|n, gedaante|s> [ɣədantə] N f

1. gedaante (uiterlijk):

gedaante

Gestalt f

een andere gedaante aannemen

eine andere Gestalt annehmen

in de gedaante van

in Gestalt von +dat

van gedaante veranderen

eine andere Gestalt annehmen

zijn ware gedaante tonen

sich in seiner wahren Gestalt zeigen

2. gedaante (verschijning, beeld):

gedaante

Gestalt f

een spookachtige gedaante

eine gespenstische Gestalt

mu·zi·kan·te <muzikante|s, muzikante|n> [myzikɑntə] N f

muzikante feminine form of muzikant

See also muzikant

mu·zi·kant <muzikant|en> [myzikɑnt] N m

muzikant

Musikant m

rondtrekkende muzikanten

umherziehende Musikanten pl

fi·gu·ran·te N f

figurante feminine form of figurant

See also figurant

fi·gu·rant <figurant|en> [fiɣyrɑnt] N m

1. figurant (acteur):

figurant

Statist m

figurant

Komparse m

2. figurant (nietszeggend persoon):

figurant

Lückenbüßer m

fa·bri·kan·te N f

fabrikante feminine form of fabrikant

See also fabrikant

fa·bri·kant <fabrikant|en> [fabrikɑnt] N m

fabrikant

Fabrikant m

in·tri·gan·te N f

intrigante feminine form of intrigant

See also intrigant

in·tri·gant <intrigant|en> [ɪntriɣɑnt] N m

intrigant

Intrigant m

no·tu·lant N m

notulant → notulist

See also notulist

no·tu·list <notulist|en> [notylɪst] N m

notulist

Protokollant m

si·mu·lant <simulant|en> [simylɑnt] N m

simulant

Simulant m

am·bu·lant [ɑmbylɑnt] ADJ

ambulant

ambulant

de ambulante handel

das ambulante Gewerbe

de ambulante handel

der Straßenhandel

de ambulante patiënten

die ambulanten Patienten

een ambulante troep

eine Wanderbühne

be·plan·ten <beplantte, h. beplant> [bəplɑntə(n)] VB trans

beplanten

bepflanzen