Translations for „hemelen“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈhem·men [ˈhɛmən] VB trans

1. hemmen (bremsen):

hemmen

(af)remmen

hemmen

vertragen

seinen Schritt hemmen

de pas inhouden

2. hemmen fig (dagegen halten):

hemmen

tegenhouden

hemmen

tot staan brengen

3. hemmen fig PSYCH (ein Hemmnis sein):

hemmen

remmen

hemmen

belemmeren

hemmen

bemoeilijken

ein hemmender Faktor

een remmende [o. belemmerende] factor

Verhandlungen hemmen

de onderhandelingen dwarsbomen [o. bemoeilijken]

ˈheh·len [ˈheːlən] VB trans

hehlen

helen

hehlen

achterhouden

hehlen

verbergen

ˈhei·len¹ [ˈh͜ailən] VB intr

1. heilen (gesund werden):

heilen

genezen

heilen

beter worden

2. heilen TECH:

heilen

regenereren

ˈheu·len [ˈh͜ɔylən] VB intr

1. heulen (weinen):

heulen

huilen

2. heulen:

heulen (Geräusch von Tieren)

huilen

heulen (wiehern)

gieren

heulen (brüllen)

loeien

3. heulen inf (jammern):

heulen

huilen

heulen

jammeren

das heulende Elend kriegen inf hum

zich diep ellendig voelen

Heulen und Zähneklappern

geween en tandengeknars

Heulen und Zähneklappern hum

paniek

Heulen und Zähneklappern hum

grote angst

heulen wie ein Schlosshund

tranen met tuiten huilen

es ist wirklich zum Heulen

het is werkelijk om te huilen