Translations for „voelen“ in the Dutch » German Dictionary

voe·len¹ <voelde zich, h. zich gevoeld> [vulə(n)] VB wk ww

voelen zich voelen (in een toestand verkeren):

voelen

sich fühlen

zich tot iem aangetrokken voelen

sich zu jdm hingezogen fühlen

ik voel me ellendig

ich fühle mich elend

hij voelt zich (heel wat [o. een hele piet])

er ist ganz schön eingebildet

voe·len² <voelde, h. gevoeld> [vulə(n)] VB trans

1. voelen:

voelen (met de tastzin gewaarworden)

fühlen

voelen (gewaarworden, ervaren)

empfinden

voelen (bespeuren, merken)

spüren

zijn benen voelen

seine Beine spüren

dat tekort deed zich sterk voelen

dieses Defizit machte sich stark bemerkbar

pijn voelen

Schmerzen empfinden

de grond onder je voeten voelen wegglijden [o. wegzakken ] ook fig

den Boden unter den Füßen verlieren

2. voelen:

voelen (innerlijk gewaarworden)

fühlen

voelen (met emoties verbonden)

empfinden

voelen (bespeuren, merken)

spüren

ik zal het hem eens goed laten voelen

ich werde es ihn mal schön spüren lassen

liefde/sympathie voelen voor iem

Liebe/Sympathie für jdn empfinden

3. voelen:

voelen (aanvoelen)

fühlen

voelen (aanvoelen)

merken

voelen (begrijpen)

verstehen

ik voel dat aan mijn water

mein Gefühl sagt mir das

voelt u wat ik bedoel?

verstehen Sie, was ich meine?

4. voelen (tastend onderzoeken):

voelen

fühlen

iem de pols voelen

jdm den Puls fühlen

voe·len³ <voelde, h. gevoeld> [vulə(n)] VB intr

1. voelen (de genoemde indruk maken):

voelen

sich anfühlen

het voelt hard

es fühlt sich hart an

2. voelen (genegenheid kennen):

voelen

Sympathie empfinden für +acc

voelen

mögen

veel voor elkaar voelen

sich sehr mögen

3. voelen (aantrekkelijk achten):

voelen

zusagen

ik voel er niet veel voor

ich bin nicht sehr begeistert

ik voel niet veel voor dit plan

dieser Plan sagt mir nicht zu

er veel voor voelen om naar huis te gaan

große Lust haben, nach Hause zu gehen

Usage examples with voelen

smart voelen

Schmerz empfinden

nattigheid voelen fig

den Braten riechen

berouw voelen

Reue empfinden [o. fühlen]

pijn voelen

Schmerzen empfinden

zich verplicht voelen om …

sich gezwungen fühlen, …

zich volledig afgemat voelen

sich wie gerädert fühlen

veel voor elkaar voelen

sich sehr mögen

zich (niet) aangesproken voelen

sich (nicht) angesprochen fühlen

zich een wrak voelen

sich völlig erschöpft fühlen

iem de pols voelen

jdm den Puls fühlen

zich gebruikt voelen

sich ausgenutzt fühlen

zich gepasseerd voelen

sich übergangen fühlen

zich rot voelen

sich elend fühlen

zich superieur voelen

sich überlegen fühlen

zich koortsig voelen

sich fiebrig fühlen

zich fris voelen

sich frisch und munter fühlen

zich geviseerd voelen

sich angesprochen [o. angegriffen] fühlen

zich beroerd voelen

sich elend [o. mies] fühlen

zich opgelaten voelen

sich aufgeschmissen fühlen

zich ongemakkelijk voelen

sich unbehaglich fühlen