Translations for „winnende“ in the German » Dutch Dictionary

ge·ˈwin·nend [gəˈvɪnənt] ADJ

gewinnend

innemend

ˈSonn·wen·de N f

Sonnwende → Sonnenwende

See also Sonnenwende

ˈSon·nen·wen·de N f

1. Sonnenwende:

Sonnenwende

zonnewende

Sonnenwende

solstitium

2. Sonnenwende BOT:

Sonnenwende

heliotroop

ˈEi·spen·de N f MED

Eispende

eiceldonatie

Di·vi·ˈden·de <Dividende, Dividenden> [-ˈdɛndə] N f

Dividende

dividend nt

eine hohe Dividende ausschütten

een hoog dividend uitkeren

ˈZeit·wen·de N f

1. Zeitwende:

Zeitwende

begin nt van de christelijke jaartelling

2. Zeitwende:

Zeitwende

overgang [o. keerpuntnt ] in de geschiedenis

ˈSon·nen·wen·de N f

1. Sonnenwende:

Sonnenwende

zonnewende

Sonnenwende

solstitium

2. Sonnenwende BOT:

Sonnenwende

heliotroop

ˈWo·chen·en·de N nt

Wochenende

weekeinde nt

Wochenende

weekend nt

ge·ˈwin·nen² <gewann, gewonnen> [gəˈvɪnən] VB intr

1. gewinnen (einen Gewinn erhalten):

gewinnen

winnen

an Höhe gewinnen

hoogte winnen

an Klarheit gewinnen

er duidelijker op worden

an Bedeutung gewinnen

in betekenis toenemen

gegen jdn gewinnen

tegen [o. van] iem winnen

2. gewinnen (überzeugen):

gewinnen

(erop) vooruitgaan

gewinnen

er beter op worden

er gewinnt bei näherer Betrachtung

bij nadere kennismaking valt hij mee

ˈKopf·en·de N nt

Kopfende

hoofdeind(e)

Kopfende

hoofd nt

Kopfende

kop

am Kopfende des Tisches sitzen

aan het hoofd van de tafel zitten

ˈTrend·wen·de N f

Trendwende

kentering [o. ommezwaai] (in de trend)

ˈWin·de <Winde, Winden> [ˈvɪndə] N f

1. Winde TECH:

Winde

lier

Winde

windas

2. Winde BOT:

Winde

winde

ˈKriegs·en·de N nt

Kriegsende

het einde van de oorlog