Translations for „Bogenstrich“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

te·gen·stroom <tegen|stromen> [teɣə(n)strom] N m

tegenstroom

Gegenstrom m

lo·gen·straf·fen <logenstrafte, h. gelogenstraft> [loɣə(n)strɑfə(n)] VB trans

logenstraffen

Lügen strafen

de feiten logenstraffen zijn bewering

die Tatsachen strafen seine Behauptung Lügen

te·gen·strij·dig <tegenstrijdige, tegenstrijdiger, tegenstrijdigst> [teɣə(n)strɛidəx] ADJ

tegenstrijdig (elkaar tegensprekend)

widersprüchlich

tegenstrijdig (tegengesteld)

gegensätzlich

tegenstrijdige belangen

gegensätzliche Interessen pl

tegenstrijdige beweringen/gevoelens

widersprüchliche Behauptungen/Gefühle pl

te·gen·stre·ven <streefde tegen, h. tegengestreefd> [teɣə(n)strevə(n)] VB intr

tegenstreven (zich verzetten)

Widerstand leisten +dat

tegenstreven (tegenwerken)

entgegenarbeiten +dat

zonder tegenstreven

widerstandslos

te·gen·stre·ver <tegenstrever|s> [teɣə(n)strevər] N m verouderd

tegenstrever

Gegner m

tegenstrever (persoonlijke vijand)

Widersacher m

tegenstrever SPORTS

Kontrahent m form