Translations for „Dijsselbloem“ in the Dutch » German Dictionary

pink·ster·bloem <pinksterbloem|en> [pɪŋkstərblum] N f

pinksterbloem

Wiesenschaumkraut nt

snij·bloem <snijbloem|en> [snɛiblum] N f

snijbloem

Schnittblume f

bo·ter·bloem <boterbloem|en> [botərblum] N f

boterbloem

Butterblume f

kruipende/scherpe boterbloem plantk.

Kriechende(r)/Scharfe(r) Hahnenfuß m

kunst·bloem <kunstbloem|en> [kʏnstblum] N f

kunstbloem

Kunstblume f

kunstbloem

künstliche Blume f

lo·tus·bloem <lotusbloem|en> [lotʏzblum] N f

lotusbloem

Lotosblume f

lotusbloem

Lotosblüte f

ko·ren·bloem <korenbloem|en> [korə(n)blum] N f

korenbloem

Kornblume f

zon·ne·bloem <zonnebloem|en> [zɔnəblum] N f

zonnebloem

Sonnenblume f

paar·den·bloem <paardenbloem|en> [pardə(n)blum] N f

paardenbloem

Löwenzahn m