Translations for „alcohol“ in the Dutch » German Dictionary

al·co·hol <alcohol|en> [ɑlkohɔl] N m

alcohol

Alkohol m

verslaafd aan alcohol

alkoholsüchtig

verslaafd aan alcohol

alkoholabhängig

Usage examples with alcohol

iets in alcohol drenken

etw in Alkohol acc tränken

verslaafd aan alcohol

alkoholsüchtig

accijns op alcohol

Alkoholsteuer f

alcohol vervliegt snel

Alkohol verfliegt schnell [o. verflüchtigt sich schnell]

hier wordt geen alcohol geschonken

hier werden keine alkoholischen Getränke ausgeschenkt [o. verkauft]

sterkedrank met een hoog percentage alcohol

hochprozentige(r) Schnaps m

troost zoeken [o. vinden ] in de alcohol

Trost im Alkohol finden