Dutch » German

Translations for „vinden“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

vin·den <vond, h. gevonden> [vɪndə(n)] VB trans

2. vinden (aantreffen, ontwaren):

vinden
iem tot iets bereid vinden
ergens voor te vinden zijn fig
iem thuis vinden
er was niemand te vinden, die

3. vinden (bedenken, uitdenken):

vinden

5. vinden (ondervinden, ten deel krijgen):

vinden
de dood vinden
doorgang vinden

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski