Dutch » German

Translations for „behoren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

be·ho·ren <behoorde, h. behoord> [bəhorə(n)] VB intr

1. behoren (toebehoren):

behoren

2. behoren (vereist worden):

behoren
naar behoren

4. behoren (onderdeel uitmaken van):

behoren

5. behoren (gerekend worden):

behoren

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski