Dutch » German

Translations for „eigenaar“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ei·ge·naar <eigenaar|s> [ɛiɣənar] N m

Usage examples with eigenaar

blote eigenaar jur.
rechtliche(r) Eigentümer m
van schoenen/eigenaar verwisselen
die Schuhe/den Besitzer wechseln
de wettige eigenaar
der rechtmäßige Eigentümer
de eigenaar van de firma
der Firmeninhaber
ten name van de eigenaar
auf den Namen des Eigentümers
de eigenaar van het voertuig
der Halter des Fahrzeugs
de eigenaar van de zaak
der Geschäftsinhaber
hij is chef en tevens eigenaar
er ist Chef und Eigentümer zugleich
deze auto is drie keer van eigenaar veranderd
dieses Auto hat dreimal den Besitzer gewechselt

Browse the dictionary

Dutch

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski
Browse the dictionaries
Most popular