Dutch » German
You are viewing results spelled similarly: gemeenplaats , gemeier , gemeenschap , gemeenzaam , gemeengoed and gemeente

ge·meen·te <gemeente|n, gemeente|s> [ɣəmentə] N f

4. gemeente (de gelovigen van een kerkgenootschap):

ge·meen·goed [ɣəmeŋɣut] N nt geen pl

ge·meen·zaam [ɣəmenzam] ADJ

ge·meen·schap <gemeenschap|pen> [ɣəmensxɑp] N f

1. gemeenschap (het gemeenschappelijk hebben):

ge·mei·er [ɣəmɛiər] N nt geen pl


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski