Translations for „hochkantig“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

drie·kan·tig [drikɑntəx] ADJ

driekantig

dreikantig

doe·va·kan·tie <doevakantie|s> [duvakɑnsi] N f

doevakantie

Aktivurlaub m

doevakantie

Erlebnisurlaub m

par·man·tig <parmantige, parmantiger, parmantigst> [pɑrmɑntəx] ADJ

parmantig

keck

va·kan·tie <vakantie|s> [vakɑnsi] N f

vakantie onderw., jur.

Ferien pl

vakantie (werknemers)

Urlaub m

aan vakantie toe zijn inf

urlaubsreif sein

de grote vakantie

die großen Ferien

vakantie houden

Ferien [o. Urlaub] machen

met vakantie zijn

im [o. in] Urlaub sein

met vakantie zijn

Ferien haben

met vakantie gaan

in Urlaub gehen [o. fahren]

met vakantie gaan

in die Ferien fahren

school·va·kan·tie <schoolvakantie|s> [sxolvakɑnsi] N f

schoolvakantie

Schulferien pl