Translations for „kaliber“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ka·li·ber <kaliber|s> [kalibər] N nt

1. kaliber (middellijn):

kaliber

Kaliber nt

een stuk geschut van groot kaliber

ein großkalibriges Geschütz

2. kaliber (omvang van een voorwerp):

kaliber

Größe f

3. kaliber (soort, aard):

kaliber

Kaliber nt

kaliber

Schlag m

zij zijn van hetzelfde kaliber

sie sind vom selben Kaliber [o. vom gleichen Schlag]

4. kaliber (personen):

kaliber

Kaliber nt

kaliber

Format nt

Translations for „kaliber“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

Ka·ˈli·ber <Kalibers, Kaliber> [kaˈliːbɐ] N nt

1. Kaliber TECH (Durchmesser eines Projektils):

Kaliber

kaliber nt

ein Politiker größten Kalibers fig

een politicus van zeer groot formaat

2. Kaliber TECH (Walzenprofil):

Kaliber

walsprofiel

Kaliber

vormwijdte

Phrases:

sie sind vom selben Kaliber fig pej

zij zijn van hetzelfde kaliber [o. slag]

Usage examples with kaliber

zij zijn van hetzelfde kaliber

sie sind vom selben Kaliber [o. vom gleichen Schlag]

een stuk geschut van groot kaliber

ein großkalibriges Geschütz

zij zijn van hetzelfde kaliber [o. slag]

sie sind vom selben Kaliber fig pej