Translations for „licentiate“ in the Dutch » German Dictionary

li·cen·ti·aat¹ <licen|tiaten> [lisɛnsjat] N m (persoon)

licentiaat

Akademiker m

licentiaat Belg

Lizenziat m

li·cen·tie <licentie|s> [lisɛnsi] N f (verlof, patent, startvergunning)

licentie

Lizenz f

een licentie voor iets afgeven [o. verlenen ]

eine Lizenz für etw erteilen

een artikel in [o. onder ] licentie vervaardigen

einen Artikel in Lizenz herstellen

in·cen·tive <incentive|s> [ɪnsɛntɪf] N f

incentive

Bonus m

incentive

Sachprämie f

incentive

Belohnung f

dif·fe·ren·ti·a·tie <differentiatie|s> [dɪfərɛnʃa(t)si, dɪfərɛnsjasi] N f

1. differentiatie (het uiteenlopen, splitsing):

differentiatie

Differenzierung f

2. differentiatie wisk.:

differentiatie

Differenziation f