Translations for „natuurgeweld“ in the Dutch » German Dictionary

na·tuur·ge·bied <natuurgebied|en> [natyrɣəbit] N nt

natuurgebied

Naturlandschaft f

een beschermd natuurgebied

ein Naturschutzgebiet

na·tuur·be·houd [natyrbəhɑut] N nt geen pl

natuurbehoud

Naturschutz m

na·tuur·ge·trouw <natuurgetrouwe, natuurgetrouwer, natuurgetrouwst> [natyrɣətrɑu] ADJ

natuurgetrouw

naturgetreu

na·tuur·volk <natuurvolk|en, natuurvolk|eren> [natyrvɔlk] N nt

natuurvolk

Naturvolk nt

na·tuur·mens <natuurmens|en> [natyrmɛns] N m

natuurmens

Naturmensch m

na·tuur·ta·lent <natuurtalent|en> [natyrtalɛnt] N nt

natuurtalent

Naturtalent nt

na·tuur·re·ser·vaat <natuurreser|vaten> [natyrezɛrvat] N nt

natuurreservaat

Naturschutzgebiet nt

natuurreservaat (groot gebied)

Reservat nt

na·tuur·ge·nees·wij·ze [natyrɣəneswɛizə] N f geen pl

natuurgeneeswijze

Naturheilverfahren nt