Dutch » German

Translations for „opstappen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

op·stap·pen <stapte op, i. opgestapt> [ɔpstɑpə(n)] VB intr

1. opstappen (vertrekken):

opstappen
opstappen
opstappen
we zullen maar eens opstappen

2. opstappen:

opstappen (op iets stappen: (motor-, brom)fiets)
opstappen (op iets stappen: (motor-, brom)fiets)
opstappen (op iets stappen: bus, tram)

3. opstappen (stappend omhoog gaan):

opstappen
opstappen
opstappen

4. opstappen inf (ontslag nemen):

opstappen

Usage examples with opstappen

we zullen maar eens opstappen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski