Translations for „persoonlijk“ in the Dutch » German Dictionary

per·soon·lijk <persoonlijke, persoonlijker, persoonlijkst> [pɛrsonlək] ADJ

persoonlijk

persönlich

persoonlijke aangelegenheden

Privatangelegenheiten pl

op grond van persoonlijke indrukken kennen

aus eigener Anschauung kennen

een persoonlijk recht

ein höchstpersönliches Recht

strikt persoonlijk (op brief)

streng vertraulich

strikt persoonlijk (op abonnement, toegangsbewijs)

nicht übertragbar

een persoonlijk tintje

eine persönliche Note

ik trek me dat persoonlijk aan

ich nehme das persönlich

Usage examples with persoonlijk

strikt persoonlijk

streng persönlich

persoonlijk krediet

persönliche(s) Darlehen nt

een persoonlijk cachet

eine persönliche Note

een persoonlijk recht

ein höchstpersönliches Recht

een persoonlijk tintje

eine persönliche Note

het abonnement is strikt persoonlijk

das Abonnement ist nicht übertragbar

ik trek me dat persoonlijk aan

ich nehme das persönlich