Dutch » German

vracht·ver·voer [vrɑxtfərvur] N nt geen pl

ver·voer [vərvur] N nt geen pl

2. vervoer (vervoermiddel):

lees·voer [lesfur] N nt geen pl

er·voer VB

ervoer 3. pers sing imp van ervaren¹, ervaren²

See also ervaren , ervaren

er·va·ren2 <ervoer, h. ervaren> [ɛrvarə(n)] VB trans

2. ervaren (vernemen):

de·tail·ver·koop [detɑjvərkop] N m geen pl

per·so·nen·ver·voer [pɛrsonə(n)vərvur] N nt geen pl

1. personenvervoer (het vervoeren van personen):

2. personenvervoer (aantal vervoerde personen):


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski