Dutch » German

Translations for „openbaar“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

open·baar [opə(n)bar] ADJ

2. openbaar (duidelijk):

openbaar
openbaar
zijn schuld was openbaar

3. openbaar (openlijk):

openbaar
in het openbaar optreden
in het openbaar optreden

4. openbaar (voor iedereen toegankelijk):

openbaar

5. openbaar (het gehele volk betreffend):

openbaar
het openbaar vervoer

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski