Translations for „scherpschutteres“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

scherp·schut·ter <scherpschutter|s> [sxɛrpsxʏtər] N m

scherpschutter

Scharfschütze m

sluip·schut·ter <sluipschutter|s> [slœypsxʏtər] N m

sluipschutter

Heckenschütze m

scherp·slij·per <scherpslijper|s> [sxɛrpslɛipər] N m

scherpslijper (haarklover)

Haarspalter m

scherpslijper (haarklover)

Wortklauber m

scherpslijper (haarklover)

Griffelspitzer m hum

scherpslijper (ruziezoeker, doorzetter)

Scharfmacher m

schut·te·ren <schutterde, h. geschutterd> [sxʏtərə(n)] VB intr (onhandig te werk gaan)

schutteren

stümpern

schet·te·ren <schetterde, h. geschetterd> [sxɛtərə(n)] VB intr

1. schetteren:

schetteren (tetteren: schel klinken)

schrill tönen

schetteren (tetteren: stem)

schreien

schetteren (tetteren: trompet)

schmettern

de radio schetterde pej

das Radio plärrte

haar stem schetterde boven alles uit

ihre schrille Stimme übertönte alles

2. schetteren (luidkeels verkondigen):

schetteren

lautstark [o. lauthals] seine Meinung verkünden

scherm·steek <scherm|steken> [sxɛrəmstek] N m

schermsteek

Stich m

schermsteek

Stoß m

schermsteek (sabelslag)

Hieb m