Translations for „schikking“ in the Dutch » German Dictionary

schik·king <schikking|en> [sxɪkɪŋ] N f

1. schikking (ordening):

schikking

Ordnung f

schikking

Anordnung f

de schikking van de figuren op een schilderij

die Anordnung [o. Gruppierung] der Figuren eines Gemäldes

2. schikking (overeenkomst):

schikking

Einigung f

schikking

Vergleich m

schikking

Abkommen nt

3. schikking (het vrijwillig voldoen aan een voorwaarde):

schikking

Vergleich m

een minnelijke schikking treffen

einen Vergleich schließen

Usage examples with schikking

een minnelijke schikking treffen

einen Vergleich schließen

bij minnelijke schikking

auf friedlichem Weg(e)

naar een minnelijke schikking streven

einen Vergleich anstreben

de schikking van de figuren op een schilderij

die Anordnung [o. Gruppierung] der Figuren eines Gemäldes