Dutch » German

Translations for „strak“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

strak <strakke, strakker, strakst> [strɑk] ADJ

1. strak (zonder bochten, plooien):

strak
strak
iem strak houden fig (vrijheid)
iem strak houden (geld)
een touw strak houden
de broek zit te strak

2. strak (onafgewend):

strak
strak

3. strak (geen gevoelens uitdrukkend):

strak
strak

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski