Dutch » German

Translations for „verbreken“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ver·bre·ken <verbrak, h. verbroken> [vərbrekə(n)] VB trans

1. verbreken (stukbreken):

verbreken
een zegel verbreken

2. verbreken:

verbreken (afbreken)
verbreken (afbreken)
verbreken (onderbreken)
de betrekkingen verbreken
het stilzwijgen verbreken
de verloving verbreken

3. verbreken (schenden):

verbreken
een verdrag verbreken

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski