Dutch » German

Translations for „verplaatsen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ver·plaat·sen1 <verplaatste, h. verplaatst> [vərplatsə(n)] VB trans

1. verplaatsen (elders plaatsen):

verplaatsen
verplaatsen
meubels verplaatsen

2. verplaatsen (elders vestigen):

verplaatsen
een winkel verplaatsen

3. verplaatsen (van (stand)plaats doen veranderen):

verplaatsen

4. verplaatsen (tijd):

verplaatsen
het tijdstip van aanvang verplaatsen

5. verplaatsen (door volume of beweging wegdrukken):

verplaatsen

ver·plaat·sen2 <verplaatste zich, h. zich verplaatst> [vərplatsə(n)] VB wk ww zich verplaatsen

1. verplaatsen (zich voortbewegen):

verplaatsen
zich per vliegtuig verplaatsen

2. verplaatsen (zich inleven):

verplaatsen
zich verplaatsen in haar toestand

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski