Translations for „vroeger“ in the Dutch » German Dictionary

vroe·ger [vruɣər] ADJ

1. vroeger (voorheen):

vroeger

früher

van vroeger vertellen

von früher erzählen

2. vroeger (vorig):

vroeger

früher

vroeger

ehemalig

vroeger

vormalig form

zijn vroegere verloofde

seine ehemalige Verlobte

Usage examples with vroeger

vergeleken met vroeger

im Vergleich zu früher

van vroeger vertellen

von früher erzählen

iets vroeger weggaan

etw früher weggehen

dan moet je toch vroeger opstaan fig

da musst du schon früher [o. eher] aufstehen

zij moet vroeger knap geweest zijn (ziet men nu nog)

sie muss früher mal sehr hübsch gewesen sein

mijn eis is gegrond op vroeger door u gedane beloften

meine Forderung geht auf ein früheres Versprechen Ihrerseits zurück