Dutch » German

Translations for „wegvliegen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

weg·vlie·gen <vloog weg, i. weggevlogen> [wɛxfliɣə(n)] VB intr

1. wegvliegen:

wegvliegen (zich verwijderen)
wegvliegen (zich verwijderen)
wegvliegen (ontsnappen)

2. wegvliegen (ijlings heengaan):

wegvliegen
wegvliegen
wegvliegen

3. wegvliegen (geld):

wegvliegen
wegvliegen
zerrinnen form

4. wegvliegen (van de hand gaan):

wegvliegen
wegvliegen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski