Dutch » German

Translations for „welzijn“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

wel·zijn [wɛlzɛin] N nt geen pl

1. welzijn (welvaren):

welzijn
Wohl nt
welzijn
het algemeen welzijn
het geestelijk welzijn
tot welzijn van
zum Wohl +gen

2. welzijn (goede gezondheid):

welzijn
Wohl nt
welzijn
op uw welzijn!

Usage examples with welzijn

tot welzijn van
zum Wohl +gen
het algemeen welzijn
het geestelijk welzijn
op uw welzijn!
iems welzijn beogen

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski