Translations for „amortiseren“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

amor·ti·ˈsie·ren² [amɔrtiˈziːrən] VB refl ECON

amortisieren

renderen

amortisieren

rendabel zijn

die Investitionen haben sich amortisiert

de investeringen hebben gerendeerd

sor·ˈtie·ren [zɔrˈtiːren] VB trans ((ein)ordnen)

sortieren

sorteren

im·por·ˈtie·ren [ɪmpɔrˈtiːrən] VB trans

importieren

importeren

importieren

invoeren

ˈaus·sor·tie·ren VB trans

aussortieren

uitsorteren

aussortieren

uitzoeken

mo·ra·li·ˈsie·ren [moraliˈziːrən] VB intr liter

moralisieren

moraliseren

de·por·ˈtie·ren [depɔrˈtiːrən] VB trans

deportieren

deporteren

es·kor·ˈtie·ren [ɛskɔrˈtiːrən] VB trans MIL

eskortieren

(gewapend) begeleiden [o. escorteren]

ex·por·ˈtie·ren [ɛkspɔrˈtiːrən] VB intr

exportieren

exporteren

exportieren

uitvoeren

kar·ˈtie·ren [karˈtiːrən] VB trans GEOG

kartieren

karteren

kartieren

in kaart brengen

mar·mo·ˈrie·ren [marmoˈriːrən] VB trans

marmorieren

marmeren

Amor·ti·sa·ti·ˈon <Amortisation, Amortisationen> [amɔrtiˈza͜tsi̯oːn] N f

1. Amortisation (Deckung vor Ertrag):

Amortisation

amortisatie

Amortisation

schulddelging

Amortisation

aflossing

2. Amortisation LAW:

Amortisation

amortisatie

Amortisation

nietigverklaring

res·sor·ˈtie·ren [rɛsɔrˈtiːrən] VB intr liter

ressortieren

ressorteren

kol·por·ˈtie·ren [kɔlpɔrˈtiːrən] VB trans liter

kolportieren

colporteren

por·ti·o·ˈnie·ren [pɔr͜tsi̯oˈniːrən] VB trans

portionieren

in porties (ver)delen