Translations for „festtagsstimmung“ in the German » Dutch Dictionary

ˈMiss·stim·mung N f

Missstimmung

ontstemming

Missstimmung

misnoegen nt

ˈFein·ab·stim·mung N f TECH

Feinabstimmung

fijne afstemming

ˈUn·ter·gangs·stim·mung N f

Untergangsstimmung

het doemdenken

Be·ˈstim·mung <Bestimmung, Bestimmungen> N f

1. Bestimmung (das Bestimmen, Festsetzen):

Bestimmung

bepaling nt

2. Bestimmung (Ziel, Zweck):

Bestimmung

bestemming

Bestimmung

doel nt

3. Bestimmung (Schicksal):

Bestimmung

lot nt

Bestimmung

roeping

Bestimmung

(voor)beschikking

das ist höhere Bestimmung

dat is hogere beschikking

das war Bestimmung

dat was zo voorbestemd

4. Bestimmung (Ernennung):

Bestimmung

aanwijzing

5. Bestimmung LING:

Bestimmung

bepaling

ˈMit·be·stim·mung N f kein pl

Mitbestimmung (Mitentscheidung)

inspraak

Mitbestimmung (das Mitbestimmen)

medezeggenschap

die betriebliche Mitbestimmung

de medezeggenschap binnen een bedrijf

ˈUr·ab·stim·mung N f

Urabstimmung

stemming van de vakbondsleden over het al of niet staken

ˈMuss·be·stim·mung N f

Mussbestimmung

dwingende [o. bindende] bepaling

ˈOrts·be·stim·mung N f

1. Ortsbestimmung GEOG:

Ortsbestimmung

plaatsbepaling

Ortsbestimmung

positiebepaling

2. Ortsbestimmung LING:

Ortsbestimmung

bepaling van plaats

ˈSelbst·be·stim·mung N f

Selbstbestimmung

zelfbeschikking

ˈVolks·ab·stim·mung N f

Volksabstimmung

volksstemming

Volksabstimmung

referendum nt

Monolingual examples (not verified by PONS Editors)

German

Die ganze Stadt ist dann in Festtagsstimmung.

de.wikipedia.org