Translations for „geloofs“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ge·ˈlo·gen [gəˈloːgn̩] VB

gelogen pp von lügen

See also lügen

ˈlü·gen <log, gelogen> [ˈlyːgn̩] VB intr

lügen

liegen

lügen

jokken

er lügt, dass sich die Balken biegen fig

hij liegt dat hij zwart [o. scheel] ziet

er lügt, dass sich die Balken biegen fig

hij liegt alsof het gedrukt staat

wer einmal lügt, dem glaubt man nicht, und wenn er auch die Wahrheit spricht prov

≈ een leugenaar wordt niet geloofd, al zweert hij bij zijn ziel en hoofd

ge·ˈlo·ben¹ [gəˈloːbn̩] VB trans liter (feierlich versprechen)

geloben

plechtig beloven

das Gelobte Land

het Beloofde Land