Translations for „gesproten“ in the Dutch » German Dictionary

(Go to German » Dutch)

ge·spro·ten VB

gesproten volt. deelw. van spruiten

See also spruiten

sprui·ten <sproot, i. gesproten> [sprœytə(n)] VB intr

1. spruiten (voortkomen):

spruiten

sich ergeben

spruiten

entstehen

hieruit spruiten allerlei moeilijkheden

hieraus entstehen allerlei Schwierigkeiten

2. spruiten (afstammen):

spruiten

stammen

hij is gesproten uit een aanzienlijk geslacht

er stammt aus einem angesehenen Geschlecht

3. spruiten:

spruiten (uitlopers krijgen)

Sprosse(n) treiben

spruiten (uitlopers krijgen)

ausschlagen

spruiten (uitlopers krijgen)

sprießen

spruiten (aardappels, bonen)

keimen

de planten beginnen te spruiten

die Pflanzen fangen an, Sprosse(n) zu treiben

Usage examples with gesproten

hij is gesproten uit een aanzienlijk geslacht

er stammt aus einem angesehenen Geschlecht