Translations for „ommestaand“ in the German » Dutch Dictionary

(Go to Dutch » German)

ˈRu·he·stand N m kein pl

Ruhestand

rust

Ruhestand

stil leven nt

Ruhestand

oude dag

Studienrat im Ruhestand

leraar in ruste

Studienrat im Ruhestand

gepensioneerd leraar

der vorgezogene Ruhestand

de vervroegde uittreding

Be·ˈstand <Bestand(e)s, Bestände> N m

1. Bestand (Fortdauer):

Bestand

het (voort)bestaan

Bestand

duurzaamheid

Bestand

bestendigheid

das hat (keinen) Bestand

dat is (niet) van lange duur [o. (niet) duurzaam]

von Bestand sein

(voort)duren

von Bestand sein

blijven bestaan

2. Bestand (vorhandene Menge):

Bestand

bestand nt

Bestand

voorraad

der Bestand an Büchern

het boekenbestand

einen eisernen Bestand anlegen

een ijzeren voorraad inslaan

zum eisernen Bestand gehören [o. zählen]

tot het ijzeren [o. vaste] repertoire (be)horen

zum eisernen Bestand gehören [o. zählen]

tot de vaste kern (be)horen

ˈBaum·be·stand N m

Baumbestand

(bomen)bestand

Baumbestand

(hout)opstand

ˈSoll·be·stand N m ECON

Sollbestand

minimale voorraad

Sollbestand

standaardvoorraad

ˈFort·be·stand N m kein pl

Fortbestand

het voortbestaan

ˈDäm·mer·zu·stand N m

1. Dämmerzustand:

Dämmerzustand

schemertoestand

2. Dämmerzustand:

Dämmerzustand

toestand tussen waken en slapen

ˈMes·se·stand N m

Messestand

stand op de jaarbeurs

ˈTat·be·stand N m

1. Tatbestand (Tatsachen):

Tatbestand

feiten

Tatbestand

(ware) toedracht

Tatbestand

feitenmateriaal nt

Tatbestand

feitelijke toestand

den Tatbestand aufnehmen

proces-verbaal opmaken

2. Tatbestand LAW (Sachlage):

Tatbestand

bestanddelen van een strafbaar feit nt

der Tatbestand der Erpressung war erfüllt

de bestanddelen van chantage waren vervuld [o. aanwezig]

ˈVor·ru·he·stand N m

Vorruhestand

VUT

Vorruhestand

vervroegde uittreding [o. pensionering]