Translations for „gedrag“ in the Dutch » German Dictionary

ge·drag [ɣədrɑx] N nt geen pl

1. gedrag:

gedrag (handelwijze)

Benehmen nt

gedrag (handelwijze)

Betragen nt form

gedrag (houding, optreden; gedrag van stoffen)

Verhalten nt

wegens goed gedrag

wegen guter Führung

een goed/slecht gedrag

ein gutes/schlechtes Benehmen

een voldoende voor gedrag en vlijt

eine Vier in Betragen und Mitarbeit

2. gedrag (wijze van reageren op de omgeving):

gedrag

Verhalten nt

het gedrag van een auto op een nat wegdek

das Verhalten eines Autos auf nasser Straße

Usage examples with gedrag

formeel gedrag

förmliches Benehmen

onfatsoenlijk gedrag

unanständige(s) Benehmen nt

onecht gedrag

unnatürliche(s) Benehmen nt

zijn gedrag is hinderlijk

sein Benehmen ist irritierend

iem zijn gedrag verwijten

jdm sein Benehmen vorwerfen

mensen van onbesproken gedrag

unbescholtene Leute pl

zijn gedrag mishaagt mij

sein Benehmen missfällt mir

bewijs van goed gedrag

Führungszeugnis nt

een ergerlijk gedrag

ein empörendes Benehmen

wegens goed gedrag

wegen guter Führung

een goed/slecht gedrag

ein gutes/schlechtes Benehmen

een vlekkeloos gedrag

ein einwandfreies Benehmen

een onaardig gedrag

ein unschönes Verhalten

een buitensporig gedrag

ein extravagantes Benehmen

een behoorlijk gedrag

ein anständiges Benehmen

een schandelijk gedrag

ein schändliches Verhalten

een voorbeeldig gedrag

ein vorbildliches [o. musterhaftes] Verhalten

zijn gedrag gelijkt nergens naar

sein Benehmen ist unter aller Kritik inf

het attest van goed gedrag

das Führungszeugnis

het getuigschrift van goed gedrag

das Führungszeugnis