Dutch » German

Translations for „geheugen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

ge·heu·gen <geheugen|s> [ɣəhøɣə(n)] N nt

1. geheugen (herinneringsvermogen):

geheugen
geheugen
een geheugen als een zeef
een sterk/zwak geheugen
mijn geheugen laat me (niet) in de steek

2. geheugen (geest als bewaarplaats van herinneringen):

geheugen
geheugen
een gat [o. lacune] in het geheugen
zich iets in het geheugen prenten
dat ligt nog vers in mijn geheugen
iems geheugen opfrissen
iets/iem uit zijn geheugen bannen

3. geheugen:

geheugen comput., techn.
geheugen comput., techn.

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski