Translations for „laat“ in the Dutch » German Dictionary

laat <late, later, laatst> [lat] ADJ

1. laat (vergevorderd in de tijd):

laat

spät

het late avondprogramma

das Spätprogramm

hoe laat?

wie spät?

hoe laat?

um wie viel Uhr?

hoe laat?

um welche Zeit?

hoe laat is het?

wie spät ist es?

hoe laat is het?

wie viel Uhr ist es?

ik weet al hoe laat het is fig

ich weiß schon, was die Uhr [o. Glocke] geschlagen hat

zeer laat op de avond

zu später [o. vorgerückter] Stunde

laat zijn

sich verspätet haben

laat zijn inf

spät dran sein

beter laat dan nooit prov

besser spät als nie

2. laat:

laat (na de gewone, een bepaalde tijd)

spät

laat (niet op tijd)

unpünktlich

laat (verlaat)

verspätet

het laat maken

es spät werden lassen

laat opblijven

lange aufbleiben

een late Pasen

späte Ostern

Usage examples with laat

te laat

zu spät

hoe laat?

um wie viel Uhr?

laat zijn

sich verspätet haben

laat opblijven

lange aufbleiben

dat laat onverlet dat …

das ändert nichts an der Tatsache, dass …

laat de kinderen maar

lass die Kinder nur gewähren

laat me niet lachen!

dass ich nicht lache!

laat staan dat …

geschweige denn, dass …

laat (dat) maar gaan!

lass nur!

laat u niet storen!

lassen Sie sich nicht stören!

dat laat zich denken

das lässt sich denken

laat je niet kisten inf

lass dich nicht unterkriegen

laat in de avond

spät am Abend

hoe laat is het?

wie spät ist es?

laat u niet noden!

bedienen Sie sich!