Dutch » German

Translations for „ophebben“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

op·heb·ben <had op, h. opgehad> [ɔphɛbə(n)] VB trans

1. ophebben (als hoofddeksel dragen):

ophebben

2. ophebben:

wat ophebben

3. ophebben (ingenomen zijn):

ophebben
ophebben
het ergens mee ophebben
het ergens mee ophebben
het ergens niet mee ophebben
het ergens niet mee ophebben
veel ophebben met iem
veel ophebben met iem

4. ophebben (tot taak gekregen hebben):

ophebben
een les ophebben

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski