Dutch » German

Translations for „ophalen“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

op·ha·len <haalde op, h. opgehaald> [ɔphalə(n)] VB trans

2. ophalen (afhalen):

ophalen
vuilnis ophalen

3. ophalen (in herinnering brengen):

ophalen
herinneringen ophalen

4. ophalen (inzamelen):

ophalen
ophalen
geld ophalen

5. ophalen (verbeteren):

ophalen

6. ophalen (opfrissen):

ophalen
een kleur ophalen

7. ophalen (openhalen):

ophalen

8. ophalen (door sterk ademen opzuigen, opsnuiven):

ophalen
zijn hart (aan iets) ophalen (genieten)

Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski