Dutch » German

Translations for „voer“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

voer1 [vur] N nt geen pl

1. voer (voedsel voor dieren):

voer
Futter nt
gedroogd voer

2. voer (visserij):

voer
Köder m

voer2 VB

voer 3. pers sing imp van varen², varen³

See also varen , varen , varen

va·ren3 <voer, h. gevaren> [varə(n)] VB trans (per schip vervoeren)

va·ren1 <varen|s> [varə(n)] N f


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski