Dutch » German

Translations for „voeren“ in the Dutch » German Dictionary (Go to German » Dutch)

voe·ren1 <voerde, h. gevoerd> [vurə(n)] VB trans

1. voeren (vervoeren):

voeren

3. voeren (dragen, meevoeren):

voeren
een titel voeren
de Britse vlag voeren

4. voeren:

voeren (van voering voorzien)
voeren (van remmen)

5. voeren (eten geven):

voeren
iem dronken voeren

voe·ren2 <voerde, h. gevoerd> [vurə(n)] VB intr (leiden)

voe·ren3 VB

voeren 3. pers pl imp van varen², varen³

See also varen , varen , varen

va·ren3 <voer, h. gevaren> [varə(n)] VB trans (per schip vervoeren)

va·ren1 <varen|s> [varə(n)] N f


Choose your language Deutsch | English | Español | Italiano | Polski